De Romeinse kalender en de Juliaanse kalender

De term Romeinse kalender verwijst naar alle kalenders die de Romeinen gebruikten tot de creatie van de Juliaanse kalender in 45 v. Chr. door Julius Caesar.

Over de kalenders die de Romeinen gebruikten voor de hervorming van de Juliaanse kalender, is er weinig bekend. Er zijn veel verhalen en mythen die een deel van de waarheid kunnen bevatten, maar het is duidelijk dat veel van de details die sommige populaire werken in de kalender over dit onderwerp geven niet gebaseerd zijn op historische feiten.

De eerste Romeinse kalenders

Volgens de legende was de eerste Romeinse kalender al ingevoerd door de medestichter van Rome, de mythische figuur Romulus. Dus al vanaf 735 voor Christus, het jaar 1 van de Romeinse kalender (auc: ab urbe condita: sinds de stichting van de stad).

Deze kalender zou 10 maanden per jaar gehad hebben, met in totaal 304 dagen. Mogelijk gebruikten de volkeren die Italië bewoonden rond 700 voor Christus een kalender van 10 maanden, maar dat was zeker niet praktisch. Het begin van het jaar situeerde zich rond de tijd van het lente-equinox, en waarschijnlijk kwam er na de 10de maand een donkere periode van “voldoende” duur, om niet te ver van de seizoenen af te wijken.

De namen van die maanden waren: Martius (naar Mars), Aprilis (naar Aperta, de bijnaam van Apollo?), Maius (een andere naam voor Jupiter), Junius (naar Juno) en dan verder Quintilis (5de maand), Sextilis (6de), September (7de), October (8ste), November (9de), December (10de). Maar dit kunnen dus ook latere “uitvindsels” zijn.

Tien, twaalf of dertien maanden?

Weer volgens de verhalen, voegde de tweede koning van Rome, Numa Pompilius (715-673 v. Chr., maar dit kan dus ook een mythische figuur geweest zijn), de opvolger van Romulus, twee maanden toe aan de kalender: Februarius en Januarius. Deze kwamen voor Martius, zodat de betekenis van de namen van de maanden niet meer correspondeerde met het rangnummer. Rond 450 v. Chr. werden Februarius en Januarius omgewisseld.

Hoeveel dagen elke maand telde, is niet helemaal duidelijk. Volgens sommigen had Martius 31 dagen, Aprilis 30 en de volgende maanden afwisselend 31 en 30. Maar September had er dan ook weer 30, October 31 en November en December elk 30. Numa Pompilius nam van elke maand met 30 dagen 1 dag af en gaf Januarius 29 dagen en Februarius 28. Zo kreeg het jaar 355 dagen.

Opdat de seizoenen rond dezelfde tijd in het jaar zouden vallen, werd soms op het einde van het jaar, een extra maand (Intercalaris of Mercedonius met 22 of 23 dagen) toegevoegd. Maar niet iedereen is het daarover eens. Soms vindt men ook het volgende schema voor de kalender in de jaren voor Julius Caesar. Door in een periode van 8 jaar beurtelings een jaar met en zonder extra maand in te voeren en ook beurtelings de extra maand 22 of 23 dagen te laten duren, kreeg je in totaal 2930 dagen of gemiddeld 366,25 dagen. Dit was natuurlijk niet wat men wou, dus duurde het achtste jaar 7 dagen minder. Maar of dit werkelijk zo ging, valt te betwijfelen. Hoe de dagen juist geteld werden, hing vooral af van de priesters in die tijd en er werd geregeld van afgeweken. Dat kon zowel om politieke redenen zijn (oorlog, feesten, …), als om financiële (transacties, belastingen)  of justitiële (disputen, …) of religieuze redenen (offers, bijgeloof, de schrik voor alles wat even of paar is …) Ten tijde van Julius Caesar was het verschil tussen het kalenderjaar en het zonnejaar ook al tot twee maanden opgelopen.

De Juliaanse kalenderhervorming

Julius Caesar hervormde de kalender, na advies van o.a. Sosigenes, een astronoom uit Alexandrië. Caesar voerde een jaar van 365 dagen in, met om de vier jaar een schrikkeljaar met februari een dag meer. Vanaf 45 v. Chr. liet hij het jaar beginnen in januari (met 31 dagen), dan kwam februari met 29 of 30 dagen in een schrikkeljaar, en verder kregen de maanden afwisselend 30 of 31 dagen.

Vooraleer het zover was, moesten nog een aantal zaken uit het verleden rechtgezet worden. Het jaar 46 v. Chr. was waarschijnlijk wel het merkwaardigste jaar uit de kalendergeschiedenis. Nadat het jaar 47 v. Chr. nog een “gewoon” Romeins jaar van 355 dagen was, kreeg februari van 46 v. Chr. uitzonderlijk 24 dagen gevolgd door een maand Intercalaris van 27 dagen. Tot november ging men verder zoals in oud Romeins jaar met maanden van 29 en 31 dagen. Dan kwamen de extra maanden om het begin van de lente het volgende jaar rond 25 maart te krijgen. Hier en daar vindt men voor deze maanden de benaming Undecember (33 dagen) en Duodecember (34 dagen). Tenslotte kwam dan nog december met 29 dagen. In totaal waren er in dit “jaar van verwarring” dus 445 dagen. Daarna kon het eerste jaar volgens de Juliaanse kalender van start gaan.

De maand Quintilis werd omgedoopt tot Julius. In 8 v. Chr. kreeg Sextilis de naam van de toenmalige keizer Augustus. Of toen ook de lengte van deze maand op 31 dagen werd gebracht, september en november toen 30 dagen kregen en oktober en december 31 en februari 28 dagen (of 29 in een schrikkeljaar), is niet duidelijk. Sommige bronnen beweren zelfs dat de laatste aanpassingen pas in de 14de eeuw gebeurden.

De dagen van de maand bij de Romeinen

De Romeinen kenden drie belangrijke dagen in elke maand.  Dat waren de “Kalendae”: de eerste van de maand, de “Idus”: de 13de dag van januari, februari, april, juni, augustus, september, november of december, of de 15de dag van maart, mei, juli of oktober. Of, volgens weer andere bronnen, de 15de dag van elke “lange maand” (van 31) dagen, dus ook van januari, augustus en december. En er waren ook nog de “Nonae”, de 9de dag voor de “Idus” (Idus inbegrepen). De dagen werden geteld als dagen voor deze speciale dagen. Bijvoorbeeld: a.d. V Nonae (ante diem) is dus 4 dagen voor Nonae (de 3de van de maand). a.d. VI Kalendae is 7 dagen voor de eerste van de volgende maand. In een gewone maand februari is dat dan de 24ste. Het is deze dag die traditioneel “verdubbeld” werd in een schrikkeljaar. Vandaar de benaming “bissextiel”, een zesde dag “bis” die in een schrikkeljaar werd ingevoerd. 24 februari (soms ook 25 februari) is bijgevolg de “echte” schrikkeldag.

________________________________________

Uitgebreide informatie over kalenders (in het Engels) is bv. te vinden in The Calender FAQ maar ook op honderden andere plaatsen op het internet. Houd wel de tekst van de tweede paragraaf hierboven in gedachten.