De Gregoriaanse kalender, gebruikt in Europa en in een zeer groot deel van de wereld, ontleent zijn naam aan paus Gregorius XIII die hem in 1582 invoerde. Deze kalender is een correctie op de vorige kalender, de Juliaanse kalender die Julius Caesar in 46 v. Chr. introduceerde. Het beginpunt van Jaar 1 is een benaderende datum van de geboorte van Jezus.
Een tijdverschuiving in de Juliaanse kalender
Sinds 45 v.Chr. gebruikte men een kalender met 365 dagen per jaar, met telkens het vierde jaar een schrikkeljaar (366 dagen).
Deze benadering is zo gemaakt dat de duur van een jaar in de kalender zo precies mogelijk overeenkomt met die van een tropisch jaar, dus de tijd die de Zon nodig heeft om terug te keren naar dezelfde positie aan de hemel.
Een tropisch jaar duurt 365,242190 dagen of 365,242190 dagen of 365 dagen 5 uur 48 minuten 45,2 seconden, wat echter geen exact geheel getal is. De benadering van de Juliaanse kalender geeft een jaar met een gemiddelde duur van 365,25 dagen.
Na enkele eeuwen begon het kleine verschil van 0,0078 dagen per jaar een probleem te veroorzaken. Door de imperfectie van de Juliaanse kalender werd de equinox van de lente naar de 16e eeuw verschoven naar ongeveer 10 maart.
De hervorming van de kalender door Gregorius XIII
Om de kalender terug gelijk te laten lopen met de omloop van de zon, legde Paus Gregorius XIII in 1582 een hervorming op.
Deze hervorming werd doorgevoerd op het Concilie van Trente, gebaseerd op het voorstel van Aloisius Lilius. Zij stelt twee belangrijke correcties voor. De eerste is een sprong van 11 dagen in de kalender: 4 oktober 1582 werd direct gevolgd door 15 oktober 1582, waardoor er dus 10 dagen uit de kalender werden verwijderd. De tweede is een nieuwe manier om schrikkeljaren te berekenen.
Schrikkeljaren in de Gregoriaanse kalender
In de Gregoriaanse kalender werd het tropische jaar geschat op 365,2425 dagen. Om een geheel aantal dagen aan het jaar te geven, voegen we, net als in de Juliaanse kalender, een schrikkeldag in februari toe:
Aan alle jaren die deelbaar zijn door 4,
tenzij deze jaren deelbaar zijn door 100, in welk geval het geen schrikkeljaren zijn.
Echter, als het jaar ook deelbaar is door 400, wordt het wel een schrikkeljaar.
De jaren 1700, 1800, 1900, 2100, 2100, 2200 en 2300 zijn dus geen schrikkeljaren, maar de jaren 1600, 2000 en 2400 zijn schrikkeljaren.
Samengevat zijn er 97 schrikkeljaren per 400 jaar. Alleen al de eerste regel geeft een gemiddeld jaar van 365,24 dagen per 100 jaar. De tweede regel stelt ons in staat om heel dicht bij het tropische jaar te komen, dus 365,2425 dagen per 400 jaar. Pas na 3000 jaar bedraagt de tijdsverschuiving tussen het gemiddelde Gregoriaanse jaar en het tropische jaar één dag.
Aanneming van de Gregoriaanse kalender
15 oktober 1582 was de officiële datum van de invoering van de Gregoriaanse kalender.
Niet alle landen hebben deze kalender echter onmiddellijk overgenomen. Rusland wachtte tot 1917, vandaar dat de oktoberrevolutie nog steeds wordt herdacht in november. Zweden raakte in de 18e eeuw zo in de war dat het in 1712 een 29ste en 30ste februari kreeg. Pas in 1923 nam Griekenland de Gregoriaanse kalender over. Momenteel hebben de meeste landen de Gregoriaanse kalender als officiële kalender aangenomen, met uitzondering van Afghanistan, Ethiopië en Iran.
Wat België betreft, vermelden sommige bronnen dat de regio’s die overeenkomen met het huidige Zuid-België vandaag de dag zijn overgeschakeld op de Gregoriaanse kalender van 1582 naar 1583. In sommige regio’s (Vlaanderen en Henegouwen) werd de kerstdag in 1582 niet gevierd omdat 21 december 1582 onmiddellijk gevolgd werd door 1 januari 1583. Ook al hadden Brabant en Zeeland de overgang eerder gemaakt (14-25 december), het was niet zonder problemen. Het prinsbisdom Luik voerde in februari 1583 de Gregoriaanse hervorming in.
________________________________________
Uitgebreide informatie over kalenders (in het Engels) is bv. te vinden in The Calender FAQ.